Van een droeve fee en haar vrolijk zusje (toneel voor kleuters, teksten: Patrick Bernauw/Emy Geyskens - muziek: Fernand Bernauw)

Het muzisch pakket Van een droeve fee en haar vrolijk zusje werd geschreven door Patrick Bernauw en Emy Geyskens en bevat muziek van Fernand Bernauw. Het bevat een aantal liedjes (vocale + instrumentale versie, zodat de juf of de meester het "karaoke" kan brengen samen of met de kinderen) en een theatertekst met werkboekje. De cd met het muzisch pakket kost 40 euro. Gebruik in de klas is gratis. Voor publieke opvoeringen is een opvoeringsrecht verschuldigd aan Sabam (80 euro/opvoering) en dient u over de schriftelijke toestemming te beschikken van de rechthebbenden. Bestellingen van het pakket, verkrijgen van toestemming tot opvoering en alle andere inlichtingen: via het contactformulier.

Droeve Fee komt huilend op met grote zakdoek (tafellaken?).

DROEVE FEE: Hallo.
Ik ben een Fee. Een droeve Fee.
En weten jullie hoe dat komt? Omdat ik zo vreselijk moet huilen!
En weten jullie waarom ik zo vreselijk moet huilen?

(Nee)

Ik ook niet.
En daarom moet ik zo huilen!
Ik voel mij zo triest en ik weet niet waarom!
Ik moet niet huilen omdat ik pijn heb, want ik heb geen pijn!
En ik moet niet huilen omdat ik mijn kroontje verloren heb,
want het staat nog op mijn hoofd!
En ik moet niet huilen omdat ik honger heb, of dorst,
want ik heb daarnet nog lekker gegeten met mijn mama en mijn papa!
En ik zou zo graag ophouden met huilen… Maar ik kan het niet!
Ik zou zo graag weer lachen… Maar ik kan het niet!
Want ik weet niet meer hoe dat moet… laachen…
En daarom moet ik zo huilen!
Daarom moet ik zo heel hard hui-uilen!
En ik weet niet waarom.
Boe-hoe-hoe-hoe-hoe!

Misschien helpt het een beetje als ik ga zingen.
Zullen we dat eens proberen?
Jullie zingen toch met me mee hé?

Droeve Fee zingt – de kinderen zingen het refreintje mee (op het teken van Droeve Fee).

WAT VOEL IK ME ROT (4)

Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiai
Wat voel ik me rot
Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiaia
Mijn neus die zit vol snot.

Ik ben zo triest en ik weet niet waarom
En nu zul je zeggen: wat is dat stom!
Maar ik kan er heus niks aan doen,
‘k word zelfs niet beter van een zoen.

Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiai
Wat voel ik me rot
Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiaia
Mijn neus die zit vol snot.

Ik wil nu alleen maar huilen
En stil in een hoekje kruipen.
Er is niemand die mij troosten kan,
Oh ik krijg het er echt van!

Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiai
Wat voel ik me rot
Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiaia
Mijn neus die zit vol snot.

Wat is er dan toch? Vragen ze mij.
Waarom ben jij triest en niet blij?
En nee, ik ben heus niet ziek,
‘k Ben triest en waarom weet ik niet.

Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiai
Wat voel ik me rot
Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiaia
Mijn neus die zit vol snot.






Droeve Fee trekt huilend een laken over haar hoofd.
Met het laken over haar hoofd loopt ze weg, achter een muurtje/gordijn. Ze blijft huilen.
Het zusje van de Droeve Fee, Kili-kili, keert terug (snel verkleed met lelijke jurk, gekke pruik, dikke buik, grote bril).

ZUSJE DROEVE FEE: (tegen iedereen)
Hallo! Hallo! Hallo!

Ze gaat een boel kindjes een handje geven en trekt gekke bekken, maakt buitelingen, enz… ondertussen voortdurend lachend, giechelend, enz…

ZUSJE DROEVE FEE: Hallo, mijn naam is Kili-kili en ik ben het zusje van Droeve Fee!
Als ik dat zeg, dan moet iedereen altijd heel hard lachen.
‘Zusjes van feeën zijn altijd mooi en heel verzorgd,’ zegt iedereen dan. ‘En jij hebt een lelijke jurk, gekke haren, een dikke buik en een reuzegrote bril op je snoet!’
En dan lacht iedereen.
En dat maakt mij zo vrolijk dat ik dan ook moet lachen!
Eigenlijk kan ik zelfs niet goed ophouden met lachen.
Ik lach àl-tijd!

Ze krijgt weer een homerische lachbui/stuip.

ZUSJE DROEVE FEE: Maar mijn zusje, die is altijd droevig.
Dat vind ik heel erg!
Ik zou haar zo graag opvrolijken.
Zouden jullie me daarbij willen helpen?

De kinderen zeggen dat ze dat graag willen.

ZUSJE DROEVE FEE: Dan moeten we Droeve Fee eerst nog zien te vinden...
Waar is ze nu gebleven?
Ik dacht dat ik ze daarnet nog hoorde.
Hebben jullie haar misschien gezien?

De kinderen zeggen dat ze net is weggegaan.
Ze wijzen achter de muur waar ze achter verdwenen is.

Ik zal eens kijken of ze daar nog is.
Als ze zou terugkomen, willen jullie haar dan zeggen dat ik haar
zoek?
En niet vergeten... Ik ben Kili-Kili hé!
Zeg het nog eens, allemaal samen!

De kinderen roepen in koor: Kili-Kili
Daarna laat Kili-kili in aparte groepjes in de zaal de kinderen ‘Kili-Kili’ roepen.
Kili-Kili lacht heel luid en is gelukkig en verdwijnt dan achter de muur. Kili-kili blijft lachen.

Droeve Fee komt weer op het podium.
Ze heeft nog steeds het laken over haar hoofd.

DROEVE FEE: Nu moet ik wel heel hard huilen!
Met die zakdoek over mijn hoofd ben ik tegen vanalles aangelopen!
Nu staat mijn droevefeeënhoofdje helemaal vol builen.
En mijn kroontje is ook wat gekreukt!
Nu moet ik wel héél hard huilen! Luister maar!

De Droeve Fee huilt heel erg hard.
De kinderen zeggen dat Kili-Kili haar aan het zoeken is.
Droeve Fee gooit het laken van zich af.

DROEVE FEE: Kili-Kili?
Waar is ze dan?
Menen jullie dat nou?
Zoekt ze mij?
Waar is ze dan?

De kinderen wijzen naar de muur.
Droeve Fee neemt het laken en snuit er heel hard in.

DROEVE FEE: Echt?
Echt waar?

De kinderen zeggen van wel.
Droeve Fee huilt en snuit in de zakdoek.

DROEVE FEE: Dan ga ik maar eens kijken.

Droeve Fee verdwijnt achter de muur.
Ze laat haar dekentje liggen.
Zusje Droeve Fee komt weer te voorschijn.

ZUSJE DROEVE FEE: Was Droeve Fee soms hier?

De kinderen zeggen van wel.
De kinderen wijzen naar de muur en zeggen dat ze weer verdwenen is.

ZUSJE DROEVE FEE: Ah ja, hier ligt haar zakdoekje nog. Ohjee, ohjee.
Het is nat!
Heeft ze nog gehuild?

De kinderen zeggen van wel.

ZUSJE DROEVE FEE: Waarom huilt ze toch?
Ik begrijp dat niet.

De kinderen zeggen dat ze het eerst niet wist, en dat ze daarna overal tegenaan gelopen is.

ZUSJE DROEVE FEE: Welwelwel… Dat heb ik nog nooit meegemaakt.
Zo hard moeten huilen... en niet weten waarom.
En dan huilen omdat je een buil op je hoofd hebt.
Of omdat je kroontje wat gekreukt is.
Nee, dat heb ik nog nooit meegemaakt.
Want ik, ik ben altijd vrolijk…
En eigenlijk weet ik ook niet goed waarom, hoor.
Ik denk dat het komt omdat iedereen altijd moet lachen
als ik zeg dat ik Kili-kili heet, en dat ik het zusje van Droeve Fee ben.
Want ik ben eigenlijk wel een beetje lelijk, vinden jullie dat ook niet?
En zusjes van Droeve Fee zijn eigenlijk heel mooi, is het niet zo?
Nu, eerlijk gezegd, er zijn zo van die dagen
dat ik ook wel eens heel hard zou willen huilen,
omdat ik eigenlijk wel een beetje lelijk ben,
of omdat... nou ja, zomaar...
Hebben jullie dat soms ook? Dat je zomaar wat moet huilen?

De kinderen beamen dit.

ZUSJE DROEVE FEE: Maar weet je wat ik dan doe?

Doet het voor:

ZUSJE DROEVE FEE: Als ik zin heb om te huilen,
dan begin ik heel vrolijk rond te springen… Zo!
Misschien moet Droeve Fee dat ook maar eens proberen!

Ze begint heel vrolijk rond te springen.

ZUSJE DROEVE FEE: Zeggen jullie tegen Droeve Fee dat ze dat moet doen?
Als ze nog eens huilt dan moet ze vrolijk gaan rondspringen, en dansen en zo... net als ik!

Kili-kili verdwijnt al springend en huppelend achter de muur.
Ondertussen valt ze bijna, maar ze moet er nog steeds om lachen.
Er weerklinkt een vrolijk muziekje.

Droeve Fee komt terug op het podium.
De kinderen vertellen haar alles.

Droeve Fee blijft staan, denkt even na, schudt dan het hoofd.

DROEVE FEE: Nee.

En begint weer hard te huilen.
De kinderen zeggen dat ze het moet proberen.

DROEVE FEE: Oké, ik zal het proberen!


Droeve Fee huppelt en springt rond op de muziek.
Wanneer ze stopt, begint ze weer erg te huilen.

DROEVE FEE: Het helpt niet! Horen jullie? Zien jullie dat dan niet? Het helpt niet!
Ik kan niet stoppen met huilen! Oh... Help me dan toch!
Wat kan ik toch doen? Ik wil helemaal niet hui-ui-ui-len!

Het Droeve Fee stopt met huilen.

Ik ga eventjes op mijn bedje liggen.
Daar huil ik nog het best van al.
Dan stop ik mijn hoofdje diep onder de dekentjes en kan ik huilen
zo veel en zo hard als ik maar wil!

Het Droeve Fee verdwijnt weer achter de muur.
Daar weerklinkt het liedje “Bloemetjes plukken”.
Kili-kili verschijnt. Ze heeft een boeketje vast en is op zoek naar nog meer bloemetjes.

ZUSJE DROEVE FEE: Ik ben bloemetjes aan het plukken voor Droeve Fee.
Dan zal ze helemaal opfleuren.
Want ze houdt veel van bloemetjes.
Maar ik vind er zo weinig.
Misschien lukt het beter wanneer jullie met mij meezingen.

Kili-kili oefent met de kinderen het liedje: Bloemetjes plukken.

Bloemetjes plukken
In de wei
Bloemetjes plukken
Zij aan zij
Waar zijn ze?
Waar zijn ze?

Dit wordt enkele malen herhaald. Ondertussen blijft Kili-kili bloemetjes her en der bloemetjes zoeken; ze vindt er ook nog een stuk of wat.

ZUSJE DROEVE FEE: Zo, nu heb ik genoeg bloemetjes voor Droeve Fee.
Maar waar is Droeve Fee nu toch?
Moet ik haar weer gaan zoeken?
Weet je wat? Ik laat de bloemetjes hier voor haar achter.
Zingen jullie nu maar het liedje “Bloemetjes plukken”,
dan hoort Droeve Fee dat vast en zeker wel,
en dan komt ze naar hier en zal ze de bloemetjes vinen.

Kili-kili verdwijnt van het podium.Ze laat de bloemetjes achter voor Droeve Fee.
De kinderen blijven zingen.
Droeve Fee komt weer op. Ze huilt nog steeds. De kinderen wijzen naar de bloemetjes.



DROEVE FEE: Zijn die voor mij?
Hebben jullie die geplukt voor mij?
Wat zijn ze mooi.
Wat zijn het er veel!
Dat vind ik erg lief!
Ik zal er eens aan ruiken.
Mmm... Ze ruiken heerlijk!

Droeve Fee ruikt aan de bloemetjes. Plots moet ze erg hard niezen.
Ze begint weer te huilen en laat de bloemetjes vallen.

DROEVE FEE: Ohjee, ik ben allergisch voor die bloemetjes!
Ik moet er hard om nie-ie-ie- ……. Hatsjoe!
Om niezen!
Wat jammer van die mooie bloemetjes.
Ik vind ze echt wel heel erg mooi.
Maar ik moet er zo hard om nie-ie-ie-zen!
Hatsjoe!
Hastjoe!
En daar moet ik dan weer heel hard van.. hui-ui-ui-ui-len …

Droeve Fee begint heel hard te huilen.

DROEVE FEE: Ik zal maar weer in mijn bedje kruipen... boehoehoehoe!

Droeve Fee stopt zich weer onder het dekentje en verdwijnt van het podium.
We horen Kili-kili “Bloemetjes plukken” zingen.
Kili-kili verschijnt en spoort de kinderen aan mee te zingen.
Dan ziet ze de bloemetjes liggen.

ZUSJE DROEVE FEE: Vond Droeve Fee ze niet mooi?

De kinderen zeggen dat ze allergisch was voor de bloemetjes.

ZUSJE DROEVE FEE: Dat is toch wel erg jammer!
Nu huilt ze weer heel erg hard, zeker?
Ach, hoe treurig is dat toch...
Want ik, ik moet altijd heel erg hard lachen!
Horen jullie?

(lacht heel erg hard)

Lachen jullie eens met me mee?
Misschien hoort ze ons en houdt ze dan op met huilen!
Misschien lacht Droeve Fee dan wel met ons mee!
Weet je wat? Als mijn armen in de lucht gaan,
dan gaan we allemaal erg hard lachen. Oké?
En gaan mijn armen naar beneden,
dan maken we het weer muisstil. Ja?
Zullen we dat eens proberen?

Samen met de kinderen lacht Zusje Droeve Fee: gaan haar armen naar boven, dan lachen de kinderen; gaan haar armen naar beneden, dan houden ze op.
Zusje Droeve Fee verdeelt de kinderen ook in ‘lachgroepjes’, die dan afwisselende kunnen lachen.
Samen doen ze ook “het lachlied”.


REF Hihihi-haha
Hihihi-haha
Hihihi-haha
Haha!
Héhéhé-hoho
Héhéhé-hoho
Héhéhé-hoho
Hoho!

’t Is weer wat, ’t is weer van dat,
ik kan het echt niet laten.
Miauwen ja dat doet een kat
En een schaap dat moet blaten.
Maar ik weet echt niet waarom,
Waarom ik zo moet lachen.
Ik lach me rot, ik lach me krom,
Ik moet altijd maar lachen!

REF

Straks doe ik het nog in mijn broek
Van al dat schaterlachen.
Tranen springen in mijn ogen
Van al dat klaterlachen.
Ik lach zus en ik lach zo,
Van hahaha en hohoho
Van hohoho en hihihi,
‘k stop ermee of ‘k doe pipi!

REF

Ik lach zus en ik lach zo,
Van hahaha en hohoho,
Van hohoho en hihihi,
‘k stop ermee of ‘k doe pipi!

ZUSJE DROEVE FEE: Dat hebben jullie erg goed gedaan!
Zou Droeve Fee nu nog steeds huilen?
We zullen het eens muisstil maken.
Dan horen we haar misschien.
Ssssshhhht …
Nee... Ik hoor haar niet meer huilen!
Horen jullie iets?
(nee)
Zou ze zich al beter voelen?
Ik ga eens kijken of ze nog in haar kamer zit.
Misschien heeft het lachen wel geholpen.
Ik zal eens gaan kijken of ze er nog zit.
En als ze hier ineens moest komen opdagen,
weet je wat je dan moet doen?
Heel hard lachen, zoals we dat daarnet gedaan hebben.
Misschien lacht ze dan wel mee!
Oké? Doen jullie dat?
Goed, dan ga ik haar nu zoeken...

Zusje Droeve Fee Kili-kili verdwijnt lachend en huppelend achter de muur.
Het is muisstil …
Dan komt Droeve Fee op. De kinderen beginnen heel hard te lachen. Droeve Fee begint van langsom meer mee te lachen... en uiteindelijk doet ze samen met de kinderen het lachlied.

DROEVE FEE: Hebben jullie dat lachlied speciaal voor mij gedaan?
Heeft mijn zusje Kili-kili jullie dat aangeleerd?
O, dat is lief! Dat is heel erg lief van jullie allemaal!
Want zie je... nu ben ik weer blij!
Nu kan ik weer lachen!
Daarstraks hé, toen ik zo moest huilen...
Ik weet nu hoe dat kwam.
Ik weet nu waarom ik daarstraks zo hard moest huilen.
Omdat ik dacht dat ik geen vriendjes had.
Maar nu heb ik héél véél vriendjes gevonden!
Jullie hebben allemaal zo heel hard je best gedaan
om mij aan het lachen te krijgen
dat ik er helemaal vrolijk van geworden ben!
Ik ben niet meer triest! Is dat niet geweldig?
Ik zou zelfs willen... dansen!

Er wordt een vrolijk muziekje opgezet en iedereen danst en zingt vrolijk mee.





LIEDJESTEKSTEN

WAT VOEL IK ME ROT (4)

Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiai
Wat voel ik me rot
Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiaia
Mijn neus die zit vol snot.

Ik ben zo triest en ik weet niet waarom
En nu zul je zeggen: wat is dat stom!
Maar ik kan er heus niks aan doen,
‘k word zelfs niet beter van een zoen.

Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiai
Wat voel ik me rot
Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiaia
Mijn neus die zit vol snot.

Ik wil nu alleen maar huilen
En stil in een hoekje kruipen.
Niemand die mij troosten kan,
Oh ik krijg het er echt van!

Wat is er dan toch? Vragen ze mij.
Waarom ben jij triest en niet blij?
En nee, ik ben heus niet ziek,
‘k Ben triest en waarom weet ik niet.

Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiai
Wat voel ik me rot
Aiaiai en oeioeioei
Oeioeioei en aiaiaia
Mijn neus die zit vol snot.

Ik wil nu alleen maar huilen...



KABOUTERDANS (11)

Kabouters leven in het woud,
je kunt ons haast niet vinden.
Het wordt daar nooit echt koud,
gezellig onder vrienden.

REF Wij dansen zo vrolijk, zo vrolijk op het mos.
Wij dansen zo vrolijk, zo vrolijk in het bos.
Wij dansen zo vrolijk!
Wij zingen zo vrolijk!

Kabouters lachen er op los,
vooral dan met die ene.
Keer op keer is hij de klos,
’t komt door zijn lange benen.

REF En zij...

Kabouters zijn gewoonlijk klein,
maar deze bleef altijd groeien.
Straks zal hij nog zo groot zijn
dat ze hem moeten snoeien.

REF En zij...

Soms loopt hij met zijn hoge snuit
pardoes tegen de takken.
Dan lachen de kabouters luid
om al die ongemakken.

REF Maar hij danst zo vrolijk...

CHOCOLA (10)

Choco-choco-choco-la
Choco-choco-la-la
Choco-choco-choco-la
Choco-choco-la.

Choco-lalala
Ohlala choco !
Choco-lalala
Ohlalala-la!

Ik hou zo van chocola
van choco-la-lah-la
Ik hou zo van chocola
van choco-la-lah.

Ohlala choco
op m’n boterham !
Choco-lalala
Mjam en mjam en mjam!

Choco-choco-choco-la
Choco-choco-la-la
Choco-choco-choco-la
Choco-choco-la.

Choco-lalala
zomaar uit het vuistje !
Choco-lalala
zomaar uit m’n knuistje!

Ik hou zo van chocola
van choco-la-lah-la
Ik hou zo van chocola
van choco-la-lah.

Choco-lalala
Ohlala choco !
Choco-lalala
Ohlalala-lah !
LACHLIEDJE (5)

REF Hihihi-haha
Hihihi-haha
Hihihi-haha
Haha!
Héhéhé-hoho
Héhéhé-hoho
Héhéhé-hoho
Hoho!

’t Is weer wat, ’t is weer van dat,
ik kan het echt niet laten.
Miauwen ja dat doet een kat
En een schaap dat moet blaten.
Maar ik weet echt niet waarom,
Waarom ik zo moet lachen.
Ik lach me rot, ik lach me krom,
Ik moet altijd maar lachen!

REF

Straks doe ik het nog in mijn broek
Van al dat schaterlachen.
Tranen springen in mijn ogen
Van al dat klaterlachen.
Ik lach zus en ik lach zo,
Van hahaha en hohoho
Van hohoho en hihihi,
‘k stop ermee of ‘k doe pipi!

REF

Ik lach zus en ik lach zo,
Van hahaha en hohoho,
Van hohoho en hihihi,
‘k stop ermee of ‘k doe pipi!

(+ Improviseren met kinderen: slappe lach, hihihi-haha, enz...)