Het Ware Verhaal van Calamity Jane, musical op teksten van Patrick Bernauw en Guy Didelez, en met muziek van Fernand Bernauw

OPVOERINGSRECHT VLAANDEREN

Dit werk mag in Vlaanderen slechts opgevoerd worden nadat aan volgende voorwaarden is voldaan:

1. Schriftelijke toelating van de rechthebbenden (verkrijgbaar via contactformulier).
2. Aankoop van minimaal 1 instrumentale CD en 1 gezongen CD (40 euro) via contactformulier.

3. Betaling van de auteursrechten aan S.A.B.A.M., Aarlenstraat 75-77 te 1040 Brussel (125 euro/opvoering).

Wanneer men niet voldoet aan de hier opgesomde voorwaarden, worden de geldende auteursrechten met 100% verhoogd.


DECOR:

We bevinden ons in een typische Wild West saloon, met bar, klapdeurtjes, drie tafels met elk vier stoelen. Het is een goedkope, schemerige saloon – veel sfeerverlichting gebruiken van kaarsen, olielampen, etc. Er wordt alleen ‘sterke drank’ geschonken.

ROLVERDELING:

Lead zang:
Calamity Jane
Janey
Wild Bill Hickock

Koorzang:
Barman
Desperado 1, 2, 3
Wijf van Deadwood 1, 2, 3, 4

Gesproken rollen:
Journalist
Doodgraver/dominee
Wijf van Deadwood 5, 6, 7, 8, 9

Noot:

Deze musical werd opgevoerd door Compagnie de Ballade van auteur/regisseur/acteur Patrick Bernauw in een minimale rolbezetting van 2 dames (Calamity Jane + Janey) en 2 heren (de Journalist + Wild Bill Hickock). In dat geval neemt de journalist als verteller het grootste deel van de dialogen voor zijn rekening (behalve die van CJ, Janey en WBH). ‘Tussenoplossingen’ qua rolbezetting (zangers en zangeressen versus gesproken rollen) zijn eveneens perfect mogelijk, afhankelijk van het muzikaal potentieel binnen uw gezelschap. Voor meer informatie hieromtrent kunt u rustig contact opnemen met vzw de Scriptomanen, en vragen naar Patrick Bernauw (via contactformulier).

Van de muziek van deze produktie bestaat zowel een CD met de instrumentale versie van alle liedjes als een CD met de intregrale versie van alle songs. Desgewenst kunnen gezelschappen de liedjes-CD in grotere aantallen aankopen tegen 20 % korting op de officiële verkoopprijs van 15 euro.


De Doodgraver komt op en leest voor:

DOODGRAVER: Dames en heren, zo dadelijk gaan wij hier met (naam gezelschap) een far west musical voor U opvoeren, maar om die voorstelling in de beste omstandigheden te laten verlopen, is het gewenst dat U zich met zijn allen zoudt onderwerpen aan…
Het Huishoudelijk Reglement van Calamity Jane & Wild Bill Hickock

Artikel 1. Tijdens de Zangstonden zult gij niet roken. De enige rook die gij zult zien opstijgen, zal die zijn uit de Pistolen van Calamity Jane & Wild Bill Hickock. Overtreders van Regel 1 zullen zij een Blauwe Boon door hun bast blazen.

Artikel 2. Tijdens de Zangstonden zult gij uw GSM afzetten, op straffe van opknoping aan de Eerste Boom bij de Eerste Piep.

Artikel 3. Na elke Numero - weze het van Jane, Bill of Janey - zult gij een warm doch verdiend Applaus aanheffen. Lauwe Handklapperaars & Handklapperaarsters zullen met Pek & Veren worden ingesmeerd. Spuwen, rochelen, fluiten, stampen (met de voeten) en dergelijke wordt iets minder warm aanbevolen, maar is eveneens toegestaan. Boe-roepers of -sters worden getracteerd op een Vuistgevecht in Regel.

(Facultatief:
Artikel 4. Het is niét verboden - na Afloop der Zangstonden - een CD aan te schaffen van “Het Ware Verhaal van Calamity Jane”. Tarief: 15 dollar… euh euro. Bezitters of –sters van een dergelijke CD mogen gerust een potje vloeken. Bezitlozen worden vriendelijk doch dringend verzocht beschaafde taal te blijven gebruiken.)

Artikel 5. Jààà… wij weten ook wel dat microfoons nog niet uitgevonden waren in de Far West, maar GSM’s of CD’s ook niet… dus de eerste die daar straks een domme opmerking wil over maken, die krijgt een paar desperado’s aan zijn been. Alle toneel is illusie… en het spel van vanavond wil geen uitzondering zijn op die regel, integendeel.

Ik dank U voor Uw begrip.
Hallellujah & Amen!…En Zand Erover!
Is dat begrepen? Goed… Dan allemaal samen:
Hallellujah & Amen!… En Zand Erover!
Nog eens:… (publiek laten mee scanderen)
Het doek gaat open. In de saloon zitten alleen de Journalist, aan de tafel rechtsachter, en Wild Bill Hickock, aan de tafel linksachter. De Journalist zit te schrijven. Kijkt dan op, voor zich uit, mijmerend.

JOURNALIST: Er was eens... Op een winderige winteravond, in een duistere kroeg in Deadwood City, een berooide journalist en een ladderzatte madam...

Calamity Jane komt op en gaat bij hem zitten. Komen eveneens op: de barman – hij neemt zijn plaats in achter de bar -, de drie desperado’s met Wijf 5, 6, 7, 8 & 9 – zij gaan aan de tafel midden voor zitten flikflooien. Er zijn twee wijven te veel voor de desperado’s: dus ze hebben de keuze.

CALAMITY: Hela! Hela! Licht aangeschoten zal al genoeg zijn, zeker!

JOURNALIST: … en een licht aangeschoten madam.

CALAMITY: Calamity Jane is de naam!

JOURNALIST: En de journalist was ik. Wij raakten aan de praat…

CALAMITY: Blablablablabla.

JOURNALIST: … en zo vertelde de grootste leugenares van het Wilde Westen mij haar ware verhaal. ‘Stel het te boek,’ zei ze. ‘Als het een bestseller wordt, doen we fifty-fifty…’

CALAMITY: Hela, hela!

JOURNALIST: Zeventig/dertig?

Calamity zet hem een revolver tegen zijn kop.

JOURNALIST: Tachtig/twintig?

CALAMITY: Dat trekt er al beter op. (bergt revolver weg)

JOURNALIST: … en wordt het een flop, dan krijgt gij een blauwe boon door uw kop.’ Ik zag wel iets in haar voorstel - vooral in het eerste gedeelte dan - en zette me aan het werk. En hier zit ik nu, dames en heren... en ik pen haar herinneringen neer... Ik roep haar op in mijn verbeelding… hààr en haar dochter Janey… en haar vent Wild Bill Hickock…

Wild Bill Hickock groet het publiek. Janey, de doodgraver en de pianist/gitarist verschijnen. Janey en de doodgraver houden zich afzijdig.

JOURNALIST: En ik hoor... Ik hoor weer de liederen die ze daar die avond zongen, voor een publiek van desperado’s, lichtekooien en gewone zatlappen, zoals u en ik... Stelt u het zich voor, dames en heren… Zoals ik het mij voorstel… Hoort u ze ook?
Intro

Wijf 8 en 9 hebben geen desperado te pakken gekregen en krijgen ruzie, terwijl Wijf 1, 2, 3 & 4 binnen komen gevallen en Calamity Jane een serenade brengen:

Wijf 1, 2, 3 & 4:
Oh Calamity!... Calamity Jane,
waar kom je vandaan
en waar ga je heen,
Calamity Jane...
je bent zo alleen,
geen mens om je heen,
Calamity Jane...

De Journalist stelt zich nu buiten de saloon op, dus buiten de scène/handeling.

CALAMITY: Toernee générale!

De desperado’s en de wijven reppen zich naar de bar. Janey en de doodgraver houden zich afzijdig en keuren dit alles af. De journalist is niet op zijn gemak.

JOURNALIST: Dat ware verhaal van Calamity Jane, dames en heren, het was één lange aaneenschakeling van wilde en woeste avonturen, zoals ze nu nog steeds in ontelbare gezongen ballades maar ook in hooggestemde gedichten bezongen worden, daar in de Far West, bij de flakkerende vlammen van een kampvuur… En dat gaat dan bijvoorbeeld aldus:

BARMAN: Jane die had eens zes kogelgaten,
Wilde Bill die had er maar twee,
Maar met twee of met zes kogelgaten
Valt dat in geen geval mee, o nee.
Valt dat in geen geval mee.

DOODGRAVER: Z’hebben Bill dan z’n kop afgeschoten
En Jane haar kleine linkerteen,
En werd uw kop of teen afgeschoten,
Dan lacht gij daar zeker niet mee, o nee,
Dan lacht gij daar zeker niet mee.



Wie gaat daar nu op avontuur? WBH / D1
Wie gaat daar nu op avontuur, CJ in vuistgevecht met D2 & D3
slaat alle boeven 'n rotfiguur
en vagebonden in 't vagevuur?
Ziet zij een vals creatuur, CJ mept ook de Doodgraver neer
dan bezorgt ze wel een blessuur,
dat ligt nu eenmaal in haar natuur!
Is 't Calamity... Leen? D2
't Is Calamity... neen! D3
Oh Calamity Jane! WBH + Desperado’s

Zij gaf Satan zijn dressuur, WBH / CJ met houten paard
twee pistolen in haar ceintuur, CJ mikt en schiet op publiek
schiet ze een gat in uw cultuur.
Of doet met een dolk zeer secuur D1 / CJ steekt D2 neer
wel eens wat aan acupunctuur, Doodgraver: ‘Hallellujah & Amen! En
de heldin van deze partituur: zand erover!’ (en wil hem wegslepen,
Is 't Calamity... Leen? D2 / maar de man herleeft)
't Is Calamity... neen! D3
Oh Calamity Jane! WBH + Desperado’s

Ziet zij 'n vent, lijkt die onguur, WBH / CJ gaat WBH opvrijen
dan stijgt meteen haar temperatuur
en grijpt zij naar haar apparatuur.
Nee zij heeft geen groot postuur D1
en toch kent zij rust noch duur
van de ochtend tot het avonduur:
is 't Calamity Leen? D2
't Is Calamity... neen! D3
Oh Calamity Jane! WBH + Desperado’s

Verveelt dit lied u op de duur, Barman (verveeld glazen poetsend)
of maakt het u wat overstuur,
of zegt u: 't is een karikatuur,
bedenk dan...
Is 't Calamity... Leen? D2
't Is Calamity... neen! D3
Oh Calamity Jane! WBH + Desperado’s

JOURNALIST: Ja… Calamity Jane…

CALAMITY: Ik heette eigenlijk Martha Jane Cannaray, moet u weten. Samen met mijn ouders ontvluchtte ik het arme Ierland, om fortuin te maken in het Wilde Westen.

DOODGRAVER: Haar vader was dominee.

CALAMITY: Hij dacht dat hij alle Indianen aankon, zolang hij maar een bijbel in zijn handen hield. ‘Hallellujah’ riep hij nog, terwijl de pijlen zich al in zijn rug plantten.

DOODGRAVER: Hallellujah en Amen!

Hij valt neer, pijl in zijn rug.

DOODGRAVER (richt zich nog even op): En zand erover.

CALAMITY: Beter twee revolvers in de hand, dan een bijbel onder de arm… Wat ik mij voor de rest nog over mijn kinderjaren herinner, dat waren vooral de harde winters van Wyoming...

Onder Winter in Wyoming:
Terwijl desperado 1 & 2 de doodgraver wegslepen, gaan de anderen als in een kring rond een kampvuur rond CJ zitten, die op een tafel plaatsneemt. CJ krijgt een deken om van de Journalist. Wijven 5, 6 en 7 krijgen het zeer koud en kruipen onder een deken, de desperado’s kruipen er bij zodat we 3 dekens krijgen waaronder telkens een wijf en een desperado verdwijnen. De doodgraver keert terug en wil ook onder een deken, maar wordt overal wandelen gestuurd. Wijven 8 en 9 idem.
De Journalist gaat flikflooien met Janey, die zich nog altijd afzijdig houdt.
Winter in Wyoming

CJ:
Het is winter in Wyoming,
wij zitten in een kleine kring
in beverbont en buffelhuid,
wij eten harde scheepsbeschuit.
Het is winter in Wyoming:
één langgerekte huivering,
zelfs bij het vuur van dennenhout
is het nog altijd drommels koud.
Het is winter in Wyoming,
en mijn mooiste herinnering
ligt in dat land over de zee,
we namen al onze dromen mee
naar de winters van Wyoming,
naar die eindeloze schittering
van sneeuw, kristal en ijs,
wij trekken voort tot elke prijs
door de winter van Wyoming,
het is een luchtspiegeling,
dat in het Westen alles wacht
waarvan wij droomden iedere nacht.
Het is winter in Wyoming
en ik geef jou de verzekering:
ik verkies het arme Engeland
boven het bevroren proviand
van de winters van Wyoming,
hun kille witte warreling,
en al zegt mijn vader: ooit
raakt dit land wel eens ontdooid
en komt de lente naar Wyoming wijven en desperado’s komen weer onder hun
en dan zomert het in Wyoming, dekens vandaan, verzaligd, en bootsen
dan wordt dit ons toevluchtsoord vogel/lentegeluiden na
en trekken wij niet langer voort,
nu is het nog winter in Wyoming,
nu ben ik nog zes en als ik zing
bevriest mijn adem op mijn huid
en dus zwijg ik maar, mijn lied is uit...

JOURNALIST: Toen de kleine Martha Jane al een grote ramp geworden was, maakte ze kennis met de beruchte revolverheld, rokkenjager en beroepsgokker Wild Bill Hickok.

WBH wordt voorgesteld aan het publiek. CJ gaat flikflooien met WVH.

JOURNALIST: Ze hield aan die eerste kennismaking een baby over, een meisje, Janey genaamd... Schattig ding, die Janey...

Naar Janey:

JOURNALIST: Wil jij voor de gelegenheid even Janey wezen, juffrouw?

JANEY: Met plezier, meneer de journalist.

JOURNALIST: (stelt haar voor aan het publiek) Calamity Jane was dus van oordeel dat ze dit kind onmogelijk een behoorlijke opvoeding kon geven in het Woeste Wilde Westen... ik kon haar geen ongelijk geven... en ze stond Janey af voor adoptie aan een bemiddelde Engelse koopvaardijkapitein en zijn onvruchtbare echtgenote.

CALAMITY: Janey groeide op in het beschaafde Engeland... tot een elegante jongedame die niet wist dat haar wàre moeder in de Far West furore maakte als Calamity Jane...

JOURNALIST: Pas vele jaren later zou ze te horen krijgen wie haar échte moeder was...

Onder ‘Hallellujah & Amen’ vormen allen een tableau vivant rond Janey, CJ en WBH, die uitbeelden.
Hallellujah & Amen!

CJ + Janey + Koor:

Je papa moest 'n gentleman zijn
die speelt op de piano,
niet op banjo of op tamboerijn,
geen outlaw, geen desperado.
Want wat moest jij met een papa uit het Woeste Westen?
Wat moest jij met 'n papa die kon schieten als de beste? WBH schiet desperado 1 neer;
Je mama moest een dame zijn, ‘Hallellujah & Amen!’ zegt de
geen vrouw in mannenkleren doodgraver terwijl hij hem weg-
uit een hut in de woestijn, sleept, en: ‘Zand erover.’
één die vecht met grizzly-beren.
Want wat moest jij met een mama uit het Woeste Westen?
Wat moest jij met een mama die kon schieten als de beste? CJ schiet desperado 2 neer;
Ik zocht voor m'n baby 'n ware heer
en een voorname dame
in dat land ver over de zee, hallellujah en amen!
Ik zei 'alstublieft' en 'dank u zeer',
ze werden erg gelukkig samen,
in dat land ver over de zee, hallellujah en amen!

Mijn echte mama kent geen Latijn
en maakt geen révérences,
dronk nooit thee uit porselein,
speelt poker, geen patience.
Maar wat moet ik met een mama die kan schieten als de beste? CJ schiet desperado 3 neer
Wat moet ik met die mama? Ze mept iedereen buiten westen! En mept 1 neer die
Mijn echte mama, in de maneschijn, inmiddels weer ‘tot leven
had een heel mooie romance, is gekomen’; de doodgraver
met een Wilde Bill zonder tierlantijn raakt zo stilaan overwerkt.
en zonder veel élégance.
Wat moet ik nu met die mama?Ze mept iedereen buiten westen! CJ mept WBH neer.
Wat met m'n echte, dooie papa die kon schieten als de beste...?
Ze zocht voor haar baby 'n ware heer
en een voorname dame
in dit land ver over de zee, hallellujah en amen!
Ik zei 'alstublieft' en 'dank u zeer',
ze werden erg gelukkig samen,
in dat land ver over de zee, hallellujah en amen!
En nu ben ik haar baby niet meer...
Zij is een voorname dame...
In dat land ver over de zee, hallellujah en amen!

JOURNALIST: Gedurende heel haar leven zou Calamity Jane brieven schrijven aan haar dochter Janey, die zij echter nooit verstuurde. Ze heeft er mij zo een paar te lezen gegeven. Ik moet ze hier nog ergens zitten hebben... (vindt er één) Hier, kijk! Hier heb ik er één! In die brieven aan haar dochter, ziet u, bracht Calamity Jane ook al eens verslag uit van haar wapenfeiten... Staat u mij toe dat ik er een stukje uit citeer, Jane?

Calamity rukt hem de brief uit de handen en leest zelf voor:

CALAMITY: De outlaws hadden het gemunt op het stofgoud dat Wild Bill Hickock en ik met de Pony Express vervoerden. Maar ze maakten geen schijn van kans. Hoe konden ze ook! Wij waren met twee en die bandieten waren ocharme maar met acht! Die dag stuurden Wilde Bill en ik dan ook acht zwarte zielen met evenzovele schietgebedjes naar Onze Hemelse Vader... Hallellujah & Amen!

DOODGRAVER: En zand erover!

CJ schiet wat in het rond en desperado 1 & 2 vallen neer. CJ blaast de rook uit de loop van haar revolvers.

CALAMITY: ’t Is dat dat altijd zo op uw adem pakt, hé…

De doodgraver wil de desperado’s alvast gaan wegslepen.

DESPERADO 1: Blijf van mijn lijf, man!

DOODGRAVER: O sorry.

DESPERADO 2: Wij leven nog!

DOODGRAVER: Het spijt me.

CALAMITY: Tsja, mijn Pistolen der Dood waren echt wel berucht in het Wilde Westen...

Onder ‘Pistolen der Dood’ trekt desperado 1 op het houten paard de zaal in. De wijven vormen een tableau vivant voor CJ.

Pistolen der Dood

Het was in Nieuw Mexico, bij de Pony Express,
een oud desperado leerde mij 'n wijze les:
'Met een tas vol goud stel je geen vragen, D2
maar maak je eerst koud wie op komt dagen.'
CJ schiet D2 neer; doodgraver sleept hem naar buiten.
Ik heb een graf voor 'm gedolven,
eenvoudig maar groot,
zijn naam staat in de kolven
van mijn Pistolen der Dood.

Ik loste een paar salvo's op weg naar Abilene, CJ schiet in zaal naar D1
die twee sombrero's had ik nog net gezien.
Er wachtte mij een trio op weg naar Santa Fé, CJ schiet D1, D2 en D3 neer;
ik was incognito, dus dat zat wel mee... doodgraver raakt overwerkt.

Ik heb een graf voor ze gedolven,
eenvoudig maar groot,
hun naam staat in de kolven
van mijn Pistolen der Dood.

Dan was er dat viertal op een hoog plateau, doodgraver wanhopig en moe
ik hoorde hun gelal, 't had geen niveau.
Ik kwam aangereden en liet het maar zo,
'k werd stilaan moe van het moordend tempo. doodgraver opgelucht

Van de graven die ik had gedolven,
eenvoudig maar groot,
geen plaats meer op de kolven
van mijn Pistolen der Dood...

Janey vindt het afschuwelijk. De Journalist ook.
CALAMITY: ‘Misschien vind jij dat helemaal niks om trots op te zijn, Janey?’ schreef ik aan mijn dochter. ‘Kan ik het dan maar beter over mijn werk als scout voor generaal Custer hebben? Ik ben nog op het slagveld geweest na de laatste slag van Custer, Janey... Tijdens de grote Indianenoorlogen was dat... Armen en benen slingerden in het rond, om nog maar te zwijgen van vingers, scalpen en andere lichaamsdelen.’

Desperado’s/wijven (off) gooien armen, benen, rompen en hoofden van poppen de zaal in.

CALAMITY: Ik heb er een stuk of wat in mijn zadeldeken verzameld en er een eenvoudig maar groot graf voor gegraven. Hallellujah en amen!

DOODGRAVER: En zand erover!

CALAMITY: En met de scalpen heb ik…

Journalist schraapt de keel: Janey kan er niet tegen.

CALAMITY: O ja… verschoning. Ik kan het inderdaad maar beter niét over mijn werk als scout voor Custer hebben. Ik kan het maar beter over je vader hebben... Je échte vader bedoel ik... Dat was nog eens een vént, Janey!... Goed voorzien van oren en poten ook, en van een groot kaliber!... Zijn pistolen hé, zijn pistolen!... Ja, Wild Bill Hickock... Wat hij te zeggen had, moest hij eerst uitschrijven, want zijn hersenen waren door de whisky zodanig verweekt, dat hij anders altijd vergat wat hij te zeggen had... Zijn lijfspreuk in die dagen luidde niet voor niets…

WBH: (kan er niet opkomen, probeert) Ik moest kloppen want de deur doet het niet?

Calamity Jane schudt het hoofd.

WBH: Pay and go en je bent vertrokken?

Calamity Jane schudt het hoofd.

WBH: Dash wast witter dan wit!?

CALAMITY: (vindt het hopeloos) “Eerst schieten en dan pas vragen stellen!”

WBH: Maar zegt dat dan direct hé!

JANEY: Ma-ma-ma… who’s my pa?

BARMAN: Wild Hill Hickock… hahaha!
De Ballade van Wild Hickock Bill

(WBH:)
Ik ben Wild Hickock Bill, Desperado’s gaan bij WBH zitten pokeren.
een vent met heel veel spieren.
Ziet een meid mij dan wil Wijf 5 wil hem versieren; CJ in ’t verweer.
die mij terstond versieren!
Ik ben Wild Hickock Bill,
de schrik van 't Wilde Westen!
de vrouwen krijsen schril:
'Bill dat is toch de beste!' Wijf 1, 2, 3, 4 in aanbidding voor hem.
Maar sinds een dag of vijf Hij verstoot Wijf 5 voor CJ.
is alles plots heel anders.
Er schoten door mijn lijf
wel vijftig salamanders.
Oh Calamity Jane!
Dat komt door jou, Jane!
Toen jij verscheen,
was niets nog als voorheen.
Zus van John Wayne,
ruwe edelsteen,
Wild West Fenomeen!

Ik ben Wild Hickock Bill,
ik drink zo graag een whisky, Barman serveert hem whisky.
een schiettuig op mijn bil,
want zonder is too risky!
Ik ben Wild Hickock Bill, Wijf 6 probeert hem te versieren.
als ik mij ga bezatten,
dan zucht eenieder stil:
'Het is weeral van datte!' Wijf 1,2, 3, 4
Maar sinds een dag of zes Hij verstoot Wijf 6 voor CJ.
heb ik het opgegeven,
gebroken met de fles,
want Jane kwam in mijn leven...
Oh Calamity Jane!
Zus van John Wayne,
ruwe edelsteen,
Wild West Fenomeen...

Ik ben Wild Hickock Bill,
ik hou erg veel van poker,
speel vals als ik dat wil, Desperado 1 & 2 geven het pokeren op,
en zet ze dan voor joker! gaan mokken; hun plaats wordt ingenomen
Ik ben Wild Hickock Bill, door barman & doodgraver. Wijf 7, 8 en 9
hoor het geknars der kiezen, hangen nu rond zijn lijf.
ze worden allen stil,
want ik ben aan het verliezen!
Maar sinds een dag of acht Hij breekt met de wijven en kiest resoluut
brak ik met mijn vriendinnen voor Jane terwijl hij verliest bij het pokerspel
en 'k schoot plots in een lach aan desperado 3.
toen ik eens niet kon winnen!
Oh Calamity Jane!
Dat komt door jou, Jane!
Toen jij verscheen,
was niets als voorheen!
Zus van John Wayne,
ruwe edelsteen,
Wild West Fenomeen!

CALAMITY (tot Janey): Jaja, gezàg had hij wel, je echte vader…

WBH: Ik hoefde nog maar een saloon binnen te komen, of men maakte al plaats voor mij aan de gokkerstafel…

JANEY (luistert niet naar hen): Ik was al een jongedame geworden toen mijn stiefmoeder overleed.

CALAMITY: Toen ik dit vernam, hield ik het niet langer uit. Ik moest en zou mijn dochter zien.

JOURNALIST: Nu wij het ware verhaal voor Calamity Jane hier voor u naspelen, kunnen we ons uiteraard alleen maar bij benadering voorstellen hoe die ontmoeting verlopen is. Hoe reageerde Janey toen ze te horen kreeg dat ze niet de dochter was van een deftige Engelse koopvaardijkapitein en zijn elegante echtgenote? Dat ze, sterker nog, de dochter was van ‘een zatte lellebel’…

CALAMITY: Hela! Hela!

JOURNALIST: … zoals Calamity Jane het zélf uitdrukte!… en een aan het pokerspel verslaafde revolverheld…

WBH: Hela! Hela!

DOODGRAVER: Zand erover?

JOURNALIST: …. Revolverhéld!…

WBH: Ah, dan is ’t goed!…

DOODGRAVER: Spijtig…

JOURNALIST: … uit de Far West!…

CALAMITY: Hoe dan ook, na enige tijd kwam er toch een soort van broze toenadering tot stand tussen mij en mijn dochter...

Onder ‘Janey’s Lied’: alle anderen tableau vivant.
Janey’s Lied

Janey:
Zoals je hart gelijk met het mijne slaat,
zoals je aan me denkt voor je slapen gaat,
zoals de wind die speelt door de straat,
zo hoor ik bij jou, hoor jij bij mij.

Door dit lichaam stroomt hetzelfde bloed,
al draag ik 'n kanten jurk, jij 'n cowboy hoed,
al hou jij van zuur en hou ik van zoet,
toch hoor ik bij jou, hoor jij bij mij.

Zoals de regen, de rivier neemt hem mee,
zoals elke stroom zich verliest in zee,
zo zijn wij alleen toch met twee,
zo hoor ik bij jou, hoor jij bij mij.

Je hebt mij weggegeven,
ik vond een beter leven,
je bent teruggekomen,
vertel mij van je dromen.

Wij hebben ons, mama, aan elkaar bezeerd,
was het goed wat je deed, was het verkeerd?
Op school heb ik daar nooit van geleerd,
ik weet alleen: wij horen bijeen.

Als ik treur neem jij mijn hand,
troost je mij zoals de zee het strand,
zoals de zon soms boven Engeland,
zo hoor ik bij jou, hoor jij bij mij.

Je hebt mij weggegeven,
ik vond een beter leven,
je bent teruggekomen,
vertel mij van je dromen.

Als ik nu, als jij weer wakker ligt,
zie ik nu, zie jij mijn gezicht,
dan doen we samen de ogen dicht,
want ik hoor bij jou, jij hoort bij mij.

Hierna: eventueel pauze. In dat geval eerst nog reprise van Intro, en dan wordt het tweede deel van de voorstelling eveneens ingezet met een reprise van de Intro. Het doek sluit en opent zich dan telkens tijdens de Intro.
DOODGRAVER: Het is nog altijd onzeker, dames en heren, of Calamity Jane ooit echt getroùwd is geweest met Wild Bill Hickock. Zo ja, dan nam haar echtgenoot het in ieder geval niet zo nauw met de huwelijkstrouw.

CALAMITY: Maar als de één of andere modderfokker over ons wilde roddelen, dan gaf ik die een dreun waarvan zijn tanden als saloondeurtjes naar achteren floepten!

WIJF 5: Onder meer om die reden lag Jane voortdurend overhoop met de dames die in hààr buurt kwamen, en eerder dus in de buurt van Wilde Bill waren gekomen.

CALAMITY: Poeh! Haar bovengebit hing tot halverwege haar kind en als ze op een paard zat, kondt ge bijna niet zien wie dat het paard was en wie de ruiter…

WIJF 6 (stelt Wijf 5 voor): Zo was dat ondermeer het geval met Annie met het Houten Been…

WIJF 7 (stelt Wijf 6 voor): Dat was de nicht van Jenny met de Houten Kop…

WIJF 8 (stelt Wijf 7 voor): … en Roos met de Fluwelen Kont!

WIJF 9: Maar ook over andere ‘Wijven van Deadwood City’ wist Calamity Jane, in tegenstelling tot Wilde Bill, weinig goeds te vertellen...

Alle mannen zorgen voor ambiance bij het defileren van de vrouwen, behalve de doodgraver; Janey houdt zich afzijdig in:
De Wijven van Deadwood City

De Wijven van Deadwood City Koor van Wijven
vinden haar te min!
Ze heeft te weinig van een lady,
te veel van een boerin!
De Wijven van Deadwood City
vinden haar te min!

Annie draagt een petticoat, WBH Wijf 5 defileert
een groene onderjurk.
Zo lijkt ze op een entrecôte, CJ
geprikt op een augurk.
Jenny draagt, dat is koket, WBH /Wijf 6 defileert
liefst bruingekleurde pakken.
Zo heeft ze meer van een kroket, CJ
die wat is aangebakken.
Roosje heeft een permanent WBH /Wijf 7 defileert
met dertien roze strikken.
Maar ze mist dan wel een vent, CJ
die kon ze nog niet strikken.
Peggy loopt in een tutu, WBH / Wijf 8 defileert
die ze zelf wilde maken.
Dat zootje is zo parvenu, CJ
ik moet er haast van braken!

Hetty draagt, wat haar wel staat,
dit wondergoede ondergoed.
Ze is zo mager als een graat,
biezondergoed zo ondervoed.
En Marie-Anne in haar boudoir,
die draagt een zijden slipje.
Haar benen staan vol pikzwart haar
en z'heeft een hazenlipje.
En Daisy met de rode mond,
die heeft ook wilde plannen!
't Is jammer van die dikke kont,
zie dat daar nu toch spannen!
En hier hebben we Mary-Rose,
ge zult nogal verschieten!
Het is een echte prairieroos,
die 'k dringend eens moet gieten...


JOURNALIST: Af en toe werd Calamity Jane daar in de Far West overvallen door een meedogenloze vlaag melancholie. Bijvoorbeeld ‘s avonds, wanneer het goed is in het eigen hart te kijken, bij de flakkerende vlammen van een kampvuur, te midden van in de westenwind wuivende prairies, met zijn weiden als wiegende zeeën.

BARMAN: Da’s van Guido Gezelle!

WIJF 5: Nee! Van Armand Preud’homme!

WIJF 6: Wie? Armand Pien?

JOURNALIST: Dan stond er al eens een cowboy op om één of ander eeuwig groen levenslied aan te heffen, zo’n echt kampvuurlied, u weet wel... (als er niemand opstaat:) Dan stond er al eens een cowboy op om één of ander eeuwig groen levenslied aan te heffen, zo’n echt kampvuurlied, u weet wel… Enfin, als er dan geen cowboy opstond, stond Calamity Jane zélf wel op om zo’n eeuwig groen levenslied aan te heffen, en dat heette dan bijvoorbeeld ‘Maar voor de rest gaat alles best’...

Onder het lied: ambiance bij de toog.
Maar voor de rest gaat het best

CJ:

Dit zijn andere dagen,
dit is een vreemde tijd,
wind en regenvlagen,
angst en spijt.
Wij zijn geen helden meer,
verloren met de jaren
rijkdom, roem en eer,
wilde haren.

Maar voor de rest gaat het best CJ + Koor van Wijven en Desperado’s
met mij hier in de Far West,
voor de rest is het okee,
yeah-yeah.

Al onze toekomstdromen,
ze zijn nu verleden,
de slag is verloren,
gestreden.
Wie had ooit kunnen denken
dat men ons zou vergeten,
wij werden onbekenden,
ongeweten.

Van Calamity Jane + Koor van Wijven & Desperado’s
zijn er nog wat foto's.
Van Wilde Bill Hickock
hoor je nog wat echo's.
Sitting Bull is een legende
en wat met de Dalton Bende?

Maar voor de rest is het te doen, Allen
met wat vrienden in de saloun,
voor de rest is het okee,
yeah-yeah.
Voor de rest gaat alles goed,
met wat whisky in 't bloed,
gaat het weer zoals het moet,
gaat alles goed...
Het verhaal van de Dodemanshand

WBH, CJ, Desperado 1 (Jack Mc Call) en Desperado 2 (voorbijganger) beelden uit.

BARMAN: Op een avond, in de Far West, zo rond 20 uur 30, spitsuur, keerde Wilde Bill Hickock terug van zijn werk - het pokerspel -, toen daar opeens, uit het struikgewas langs de kant van de weg, een collega verscheen - ook een valsspeler. De man heette Jack McCall, en zijn koppel Colt- revolvers, die zaten nogal los in zijn holsters.

DESPERADO 3: Op een keer, zo ging het verhaal, was Jack McCall aan het pokeren, toen daar een onschuldige euh... voorbijganger euh voorbij ging...

Wijven lachen.

DESPERADO 3: - want dat doen onschuldige voorbijgangers namelijk: die gaan ergens voorbij... En Jack McCall die wilde net een kaart uit zijn hoge hoed te voorschijn toveren - onder het motto: niks in de mouwen, alles uit de hoge hoed - toen hij daar die schaduw van die voorbijganger zag... euh voorbij gaan... en in een reflex schoten zijn handen naar zijn revolvers, in plaats van naar zijn hoge hoed, en die voorbijganger... die is daarna nooit meer ergens voorbij gegaan. Die was het hoekje om, definitief.

WIJF 7: Hallellujah & Amen!

DOODGRAVER: En zand erover.

BARMAN: En die Jack McCall nu, die daar plotseling uit het struikgewas langs de kant van de weg is opgedoken, die richt zich tot Wilde Bill Hickock en die sist hem toe:

DESPERADO 1: ‘Fok hé! Als ge nog één keer die fokkende truuk durft uit te halen met die twee opgefokte azen en die twee opgefokte achten, dan leg ik u fokkend neer! Zowaar als ze mij de Supperfokker Jack McCall noemen, ik zorg ervoor dat gij het fokkende loodje zult leggen! Hebt ge dat goed verstaan, fok?’

WBH: ‘Loopt fokken, gij!’

DESPERADO 3: … antwoordde Wilde Bill Hickock, die nooit om een gepast antwoord verlegen zat, en hij reed door naar de blokhut in Yellowstone Valley waar hij op dat moment woonde met Calamity Jane, die al een tijdje zat te wachten met het avondeten.

CALAMITY: Ik werd zo stilaan een beetje ongeduldig - de bizon-steak met jagersaus hing al koud te worden boven het kampvuur - en ik was ook een beetje bang dat mijn Wilde Bill misschien blijven hangen was. Niet in een saloon deze keer, maar aan de punt van een pijl bijvoorbeeld, want de Indianen waren weer op oorlogspad, in die dagen.

BARMAN: En ge weet allemaal hoe dat gaat, als ge thuiskomt van uw werk of zo, en ge hebt het weer een beetje laat gemaakt omdat ge weer blijven hangen zijt... niet aan de punt van een pijl dan, maar in een saloon zoals deze hier… eerst begint dat met een vriendelijk vraagje, bijvoorbeeld:

CALAMITY: ‘Fok hé! Waaraan zijt ge nu weer blijven hangen, Modderfokker? En kom weer niet af met dat smoesje dat uw scalp is blijven plakken aan de strijdbijl van die fokkende Shitting Bull hé fok! Want daar trap ik niet meer in!’

DESPERADO 3: Wel, in de Far West gaat dat net zo.

WBH: ‘Jamaar fok wacht hé zeg!’

BARMAN: … roept Wilde Bill uit.

WBH: ‘Ik kan ‘t expliceren!’

BARMAN: En hij expliceerde het.

CALAMITY: ‘Kak hé zeg.’

BARMAN: … wedervoer Jane rustig.

JOURNALIST (tot Janey): Ze wil zeggen: shit… Verschoning, hoor, maar zo gaat dat nu eenmaal in de Far West.

CALAMITY: ‘Dat is nu eens een driedubbel hoop stierestront, zie...’

JOURNALIST: Bullshit, hé.

CALAMITY: ‘En ge moet niet denken dat me mij daarbij kunt opfokken, hé Wilde Bill, want in die stierestront van u, daar trap ik niet meer in!’

BARMAN: En toch had Wilde Bill haar de waarheid en niets anders dan de waarheid verteld, dames en heren. Want korte tijd later legde hij inderdaad het loodje bij zijn favoriete bezigheid, het pokerspel, en dat gebeurde inderdaad door toedoen van Jack McCall...

DESPERADO 1: Hallellujah en amen!

DOODGRAVER: En zand erover!

BARMAN: En Bill had nog wel net zo’n goeie kaarten! ‘De Dodemanshand...’

Onder het volgende lied beelden WBH en de desperado’s uit (de koorwijven kijken toe):Dodemanshand
CJ:

Wilde Bill speelde poker
met leven en dood,
Wilde Bill was een joker,
maar geen idioot.
Wilde Bill had een truuk,
die maakte hem rijk.
Wilde Bill had geluk,
en toen was hij 'n lijk.

WBH:
‘Het zal u wel verbazen,
maar ik kreeg ze steeds weer:
twee achten, twee azen -
wat wil een mens nog meer?’
CJ:
Bill had een gouden hand,
zo werd wel eens gezegd,
toen werd hij nonchalant,
heeft men hem neerlegd.

'Wilde Bill pleegt bedrog!' Wijf 1
riep plots iemand uit. CJ
En toen klonk een schot Desperado 1 schiet; WBH valt.
en ging hij onderuit.
Hij paste niet meer op
bij het poker spelen,
kreeg 'n blauwe boon in z'n kop
bij het kaarten delen.

Het zal u wel verbazen,
maar hij had ze alweer:
twee achten, twee azen,
hij kreeg ze keer op keer.

'De Dodemanshand!' CJ + Koor van Wijven en Desperado’s
worden ze nu genoemd.
'De Dodemanshand!'
De kaarten zijn verdoemd!
'De Dodemanshand!'
Twee achten, twee azen.
De Dodemanshand
heeft zijn kaars uitgeblazen!

JOURNALIST: Calamity Jane was er de kop van in, dat kunt u zich wel voorstellen, dames en heren... Ze kwam de dood van Wilde Bill Hickock maar niet te boven...

CALAMITY: ‘Wat een gekke naam!’ zei Janey toen ik mijn dochter voor het eerst over haar échte vader vertelde. En toen ik haar een foto liet zien van Wilde Bill…

JANEY: Hij is lang niet zo knap als mijn papa! Lang niet zo knap als Kapitein Jim!

CALAMITY: Later zou ik haar het volgende schrijven: ‘Nee Janey, ik was niet jaloers omdat je vond dat je echte vader minder knap was dan je stiefvader. Ik wist best dat niks op de wereld zo mooi is als het blinde vertrouwen van een kind in iemand van wie het houdt. Maar toen je je gebedje voor me opzei, voegde je er uit eigen beweging aan toe…’

JANEY: “God zegene Jane Hickock en de man die in de rug geschoten werd, waar hij ook mag zijn. Zegen hem omdat Jane van hem hield...”

Alle anderen vormen verstild tableau vivant.

Greensleeves Intermezzo

Janey:

"Oh Jane Oh Jane Calamity Jane,
geen vrouw was meer alleen
dan Calamity Jane,
Oh Jane Oh Jane Calamity Jane,
droef als een molensteen,
ruwe edelsteen,
Oh Jane Oh Jane Calamity Jane,
geen vrouw was meer alleen
dan Calamity Jane..."


Duet van Moeder & Dochter (P. Bernauw / F. Bernauw)

JANEY: Het is niet mogelijk, dacht ik eerst. Ze mogen me dan hun ogen en hun voorhoofd en hun mond gegeven hebben, maar ík lieg niet, ík drink niet, ík gok niet, ík stuur geen Indianen met een schietgebedje naar Onze Hemelse Vader, hallellujah en zand erover! Ik ben een keurige jongedame en zij kunnen onmogelijk mijn ouders zijn. Later probeerde ik mij voor te stellen hoe mijn leven geweest zou zijn als mijn echte mama mij bij zich gehouden had. Zou ik dan ook, net zoals Rampen Jane, een rolletje gekregen hebben in de Wild West Show van Buffalo Bill, waarmee mijn moeder nu door heel Europa reisde?

CALAMITY: Ik deed daarbij ook Engeland aan, en zag Janey weer. Op die manier slaagde ik erin mijn verdriet om de dood van Wilde Bill van mij af te zetten, en verzoende Janey zich met mij, met haar moeder...

CJ + Janey:

Ik vraag me af: kreeg je het koud, mama,
toen je bij me weerkwam.
Ik vroeg me af: zat dit niet fout, Janey?
Je wist niet wat j'overkwam.
De dure dames met al hun praatjes,
voor hen was ik 't bangst van al,
mama.

Ik was een meisje van de stad, mama,
ik begreep het niet echt.
Ik kreeg nu plots twee mama's, mama,
één die borduurt, één die vecht.
De dure dames met al hun praatjes,
voor hen was ik een niemendal,
Janey.

Is het dan beter dat ik ga, Janey?
Ik leg je niets in de weg.
Ik wil met jou naar Amerika, mama,
jij bent geen sta in de weg!
De dure dames met al hun praatjes,
voor hen was ik 't bangst van al,
mama.


JOURNALIST: ‘Als je ooit naar hier zou komen, Janey, zorg er dan voor dat die kakmadammen nooit meer minachtend praten over je echte vader en je echte moeder,’ schreef Calamity Jane aan haar dochter. ‘En zorg er ook voor dat ik tussen jou en Wilde Bill begraven word. Laat desnoods onze lichamen overbrengen naar Abilene in Kansas of waarheen je maar wilt, als ik maar altijd bij jou en Bill kan zijn...’

CALAMITY: ‘Want ik zal niet erg oud worden, Janey... Ik kan dit afschuwelijke leven niet lang meer verdragen... Ik wou dat het anders was en ik zou nog jaren door kunnen leven als ik wist dat ik jou nog eens bij me zou hebben. Maar ik ben ondertussen een oude vrouw geworden en ik moet dringend al de brieven opsturen die ik je ooit heb geschreven... Als ik nog langer wacht, dan wordt dat helemaal onmogelijk, want het is of elke dag het licht een beetje meer uitgaat voor me...’

WIJF 8: In een schriftje schreef Calamity Jane enkele van haar befaamde recepten op voor haar dochter.

WIJF 9: Ja… een moeder moest die aan haar dochter nalaten, vond ze.

CALAMITY: Dat was goderdomme mijn heilige plicht!…

DOODGRAVER (geshockeerd): Hallellujah & Amen!

CALAMITY: Oh eh… verschoning, Hemelse Vader. En zand erover. Het was niet als een vloek bedoeld. En ik moet ook nog leren op mijn taal te letten, als ik als een goeie moeder wil omgaan met mijn dochter, ik weet het... Ik mag niet te dikwijls woorden als “shit’ en ‘fuck’ in de mond nemen en dubbele verschoning daarvoor, Hemelse Vader, maar ‘t is ook maar als illustratie bedoeld.

WIJF 8: Maar de recepten van Calamiteiten Jane dus…

WIJF 9: Ze verkocht die aan vijftig cent en de blauwe bonen kreeg je d’r gratis bij...

WIJF 5: Haar Zeven Jaren Cake…

WIJF 6: … dat was er één die zeven jaar goed bleef…

WIJF 7: … die was beroemd in het hele Wilde Westen!

CALAMITY: En stel dat ge nu slecht kunt kakken… Verschoning, modderfokkers, maar ’t is toch waar hé? En hoe zegt ge dat nu proper?

Wijf 7 beeldt uit: grote/zware boodschappen doen.

CALAMITY: Stel dus dat uw euh… grote boodschap niet goed wil doorkomen, dan hebt ge daar mijn mierikswortelmilkshake... Doe er een flinke schijt oleufolie euh... scheut olijfolie bij... en dan schijt ge weer naar believen!’


Kooklessen

CJ + Koor van Wijven en Desperado’s

Vijftig cent per vleespastei en twintig voor een brood,
vijf cent voor een scharrelei en voor een varkenspoot!
Zestig cent voor mijn vermaarde Zevenjarencake
en er bovenop... een glas Mierikswortelmilkshake!

De Zevenjarencake! Op aanwijzingen van CJ bereiden Wijf 5, 6, 7, 8
Neem het voetbadje van oma, en 9 samen met Desperado 1, 2 & 3 + de Barman
da's het best voor het aroma, in een grote kom de cake: ze trekken eerst hun
en schept het tot de helft vol schoenen en kousen uit, en stampen dan met
deeg gemengd met mottenbol, hun blote voeten in de ingrediënten; daarna
da's het best om te bewaren, gaan ze stukjes cake aan het publiek geven
zo bewaart mijn cake wel zeven jaren! (uit een andere kom natuurlijk).
Je voegt vervolgens whisky bij,
wat levertraan, wat rijstebrij,
wat pattatti, wat pattatta,
wat selderie, een paprika.
Meng met een beetje snelcement
en zet nadien... een lavement!

De Mierikswortelmilkshake!
In een kom geschikt voor mortel
plaatse men één mierikswortel,
men raspe met gezwinde hand
de wortel tot zijn onderkant.
Men plaatst vervolgens in de kom
een koe, maar zet ze andersom...
Met in je linkerhand een lepel
en je rechter bij de tepel
spuit je nu een melkstraal
in de kom, da's toch genial,
en als je dan dat zootje mixt
heb je de mierikswortelmilkshake...
gefikst!

De cake en de shake, mmm take it and shake it...

Uiteindelijk blijven alleen de muzikanten, de barman, de journalist, de doodgraver, Calamity en Janey op het podium achter.

CALAMITY: Het is laat geworden, Janey. Weet je dat ik zelfs niet meer kan zien wie hier allemaal in de buurt rondsluipt? De Indianen laten me met rust, want die denken dat ik gek ben. Maar van de outlaws in Abilene of de kroeglopers uit Miles City ben ik niet zo zeker... Ik hoop dat het nu heel snel gaat, Janey. Satan, mijn trouwe hengst en vriend van vele jaren, is al dood en ik trek het ook niet lang meer. En gisteren, gisteren zag ik opeens dat het fotootje dat Kapitein Jim me gestuurd had toen je zeven jaar werd... dat ik op dat fotootje haast niks meer kon onderscheiden... Ik weet nog wel dat je de ogen en het voorhoofd van Wilde Bill hebt, en het haar en de mond van mij. Ik weet nog dat je zijn blauwe ogen en zijn lange, zwarte wimpers hebt, Janey.. Maar ik kan het niet meer zien! Nog twee maanden en ik zal volledig blind zijn. Dan zal ik je niet meer kunnen schrijven dat ik niet zo slecht ben als ik afgeschilderd word door de kakmadammen. Niet zó slecht, Janey... Vergeef je me en zul je onthouden dat ik heel eenzaam was? Zo heel eenzaam zonder jou...?

JANEY: In mijn verbeelding zie ik mama zitten: op een krukje, aan een eenvoudige tafel van ruw hout, in het licht van een olielamp. Voor haar ligt een vel papier. Op de hoek van de tafel staat een inktpot. Achter mama zie ik nog net een stukje van de blokhut waarin ze woont. “Dag mama,” fluister ik zacht. “Je brieven zijn eindelijk aangekomen, mama. Ik heb ze gelezen en herlezen en ik weet nu wie je bent. Ik weet nu wie ík ben. Ik ben je dochter, mama. Ik ben de dochter van Calamity Jane. En daar ben ik trots op, mama. En ik mis je, mama. Soms kan het heel eenzaam worden, zonder jou...


Het licht gaat uit

Janey:

O als krassen op een ouwe plaat
klink jij, mama, als je met me praat.
Jij voorkwam rampen, je bracht ze niet, neen,
toch noemde men jou Calamity Jane.
Toen je jong was, toen viel het nog mee,
je was zo sterk, en dapper voor twee.
Jij bracht geen onheil, nee, je loste het op,
maar nu kun je niet meer, nu zeg je: stop!
En er is nog zoveel waarvan je droomt,
er is nog zoveel waarop je hoopt.
Maar het kan nu niet meer, het licht gaat uit,
het licht in je ogen dooft langzaam uit!
Ik zie je nu lopen, nergens heen,
op een wonder hopen, je krimpt ineen,
al wat je wilde, al wat je kon,
allemaal dromen van bordkarton.
Waarvan je nog droomde, het stort ineen,
waarop je nog hoopte, steen voor steen,
wat je nog wilde en wat je nog zou,
voor alles verkilde, ‘t stort ineen onder jou...
Outro

JOURNALIST: Calamity Jane vertelde mij haar ware verhaal, dames en heren. En korte tijd later, nee... er werd geen blauwe boon door haar bast geblazen... ze bliés zelf haar kaars uit. Haar laatste woorden luidden:

CALAMITY: Ah fok hé! Nu zit ik echt wel in de opgefokte stierestront! En verschoning Hemelse Vader, maar ‘t is toch waar, zeker? Enfin, hallellujah en amen dus!

CALAMITY: En zand erover!

Janey + Barman + WBH:

Oh Calamity!... Calamity Jane!
Waar kom je vandaan?
Waar ga je heen?
Calamity Jane...
Je bent zo alleen,
geen mens om je heen,
oh Calamity Jane...

Finale: reprise van ‘Wie gaat daar nu op avontuur’? Iedereen op scène.


EINDE.